Algemene beschrijving LSP

Binnen het systeem wordt er op meerdere plekken informatie getoond vanuit het LSP. Deze informatie is meestal inzichtelijk ongeacht of dat de gebruiker is ingelogd met een UZI pas.

Het gebruik van de UZI pas is vooral bepalend voor het feit dat een gebruiker wel of niet informatie mag opvragen bij het LSP en versturen naar het LSP. Daar voor deze twee acties het gebruik van de UZI pas noodzakelijk is om te verifiëren wie de gebruiker is die een van deze acties wil doen.

Om informatie te kunnen opvragen op het LSP dient de gebruiker ingelogd te zijn met een UZI pas van het type zorgverlener of medewerker op naam. Met een medewerker niet op naam pas is het helaas net mogelijk om te communiceren met het LSP.

Het opvragen van LSP informatie wordt automatisch gedaan tijdens het invoeren van het contact (triage). Er zijn wel een aantal vereisten waaraan voldaan dient te worden met betrekking tot de genoteerde informatie van de patiënt :

  • De BSN dient bekend en geverifieerd te zijn
  • De identiteit van de patiënt dient gecontroleerd te zijn
    • Dit kan via vergewissen aan de telefoon
    • Door het invoeren van document gegevens aan de balie
    • De toestemming van de patiënt voor het opvragen van informatie dient genoteerd te zijn

Of deze items correct zijn gecontroleerd zijn is te zien in het patiënten tabblad onder overige informatie , op het moment dat er een item is gecontroleerd wordt dit als volgt getoond.

Het daadwerkelijke opvragen wordt tijdens de triage gestart op het moment dat de patiënt bevestigd wordt. Dit zodat de mogelijke gegevens al beschikbaar kunnen zijn tijdens de triage. Vaak zijn de gegevens binnen 1 a 2 minuten beschikbaar echter kan het soms iets langer duren. Het gehele proces van het opvragen wordt op de achtergrond gedaan en vraagt dus geen actie van de gebruiker.

De ontvangen gegevens zijn voor de triagist ook inzichtelijk via de optie “ Dossier” in de bovenste balk van het triage scherm.

Hier wordt de eventuele aanwezige informatie uit het LSP getoond samen met de informatie die ingevoerd is op de huisartsenpost.

De informatie uit het LSP is herkenbaar aan de bron aan het eind van de regel , deze is dan (LSP).

Ook als informatie uit meerdere apotheken wordt ontvangen zal dit als een lijst worden getoond.

Indien een patiënt recent op de huisartsenpost is geweest kan het zijn dat het lijkt of er informatie dubbel in het overzicht staat. Dit komt omdat het verslag dat van de huisartsenpost naar de huisarts is gestuurd weer als informatie vanuit het huisartsen systeem naar de huisartsenpost wordt gestuurd.

Binnen de tabbladen episode, medicatie, ICA en meetwaarden worden de gegevens afkomstig van het LSP op de zelfde wijze kenbaar gemaakt via de code (LSP). In het tabblad correspondentie worden geen gegevens vanuit het LSP getoond daar deze niet via het LSP worden aangeleverd.

Indien er informatie van de patiënt beschikbaar komt vanuit het LSP zal er bij het voorschrijven medicatie rekening gehouden worden met de eventueel aanwezige actieve ICA’s en actieve medicatie.

In het contact wordt naast medische gegevens die beschikbaar komen via het LSP ook gegevens getoond over welke zorgaanbieders mogelijk informatie hebben over de betreffende patiënt. Deze informatie wordt getoond binnen het rechter gedeelte in het tabblad “ VWI”  (verwijsindex). Eventuele opmerkingen die worden overgedragen via het LSP worden in het linker gedeelte getoond in het tabblad “patiënt “ .

Op het moment dat het contact wordt geopend zal indien aanwezig een lijst met actieve episodes en actieve medicatie worden getoond.

Het kan zijn dat er meer informatie over deze items is dan in het eerste scherm getoond kan worden. In dat geval is de volledige lijst ook in te zien in de betreffende tabbladen Medicatie en ICA, in deze tabbladen wordt de informatie ook uitvoeriger getoond.

In het journaal tabblad worden de contacten getoond die gekend zijn op de huisartsenpost en die contacten die via het LSP worden aangeboden vanuit de huisartsenpraktijk.

De contacten vanuit het LSP zijn herkenbaar door de code (LSP) achter de datum van het contact , door op een contact te klikken wordt het betreffende contact geopend en wordt de informatie van het contact getoond inclusief de naam van de zorginstelling waar het contact vandaan komt.

Binnen de tabbladen episode, medicatie, ICA en meetwaarden worden de gegevens afkomstig van het LSP op de zelfde wijze kenbaar gemaakt via de code (LSP). In het tabblad correspondentie worden geen gegevens vanuit het LSP getoond daar deze niet via het LSP worden aangeleverd.

Indien er informatie van de patiënt beschikbaar komt vanuit het LSP zal er bij het voorschrijven medicatie rekening gehouden worden met de eventueel aanwezige actieve ICA’s en actieve medicatie.

Eventuele gemaakte patiënt opmerkingen die worden overgedragen via het LSP zijn inzichtelijk in het patiënten tabblad in het rechter gedeelte. Hier is tevens inzichtelijk of er aan alle eisen is voldaan bij deze patiënt om überhaupt een bevraging te kunnen doen, de drie getoonde items dienen allemaal een groene vink te hebben om een bevraging te mogen doen.

In de bovenste balk is de verbinding naar het LSP te testen via de onderstaande optie “LSP Connectie”.

Op het moment dat de connectie actief is verschijnt de volgende melding inbeeld.

Dit geeft aan dat het systeem connectie kan maken met het LSP voor het aanvragen van informatie. Echter wil dit niet zeggen dat alle systemen waar informatie te verkrijgen is connectie hebben met het LSP. Het kan dus helaas nog voorkomen dat bepaalde informatie niet beschikbaar komt om dat het systeem waar deze informatie staat niet beschikbaar is.

In het rechter gedeelte van het dossier is het overzicht van de verwijsindex inzichtelijk in het tabblad VWI. Hier in wordt weergegeven welke zorgverleners die aangesloten zijn op het LSP eventueel informatie over de betreffende patiënt hebben.

Dit wil niet gelijk zeggen dat er ook informatie van deze zorgverlener beschikbaar komt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de apotheek een patiënt kan daar wel toestemming hebben verleend voor het delen van informatie , maar als er geen medicatie is voorgeschreven zal er geen informatie uit die apotheek komen.